© 2009 Roel K Vos
Het begint nu harder te regenen. Om 19.00u. komt er een man met een 4x4. Hij kon nog net door de rivier, die steeds hoger wordt. Eerst ga ik alleen kijken, dan met L. Het water is heel erg gestegen en het stroomt erg hard. Er zit veel modder in. L. loopt er tien meter in, maar de stroming is veel te sterk om de 50 m over te steken, zeker met koffers.
Het is ondertussen donker geworden. De logde is bijna verlaten. Wij voelen ons nu als ratten in de val. We willen op zaterdagochtend om 06.00u. van hier weg, maar dat gaat zo niet lukken! Dan missen we dus ons vliegtuig en kunnen we pas dinsdag weg!
Ik loop wat rond in de regen en spreek drie mensen onder een soort rondavel. Zij hebben hier vanavond een braai, maar hun gasten kunnen vanwege de rivier niet komen. Ze staan wel aan de overkant. Er wordt gebeld. De drie gaan proberen er door te rijden. Wij staan startklaar en vragen of we met onze koffers mee mogen. Komt voor elkaar zeggen ze, maar ze gaan nu eerst even kijken. Dan rijden ze weg met achterlating van al hun spullen, voornamelijk etenswaar. Het duurt ons te lang, ze komen maar niet terug. Wij lopen in de stromende regen naar de rivier, die nog breder is geworden. Ons transport is weg! Ze zijn er kennelijk doorgereden.
Wij voelen ons lelijk gepakt! Er vallen wat lelijke woorden. We staan beiden buiten, worden steeds natter, zijn boos, overleggen wat nu te doen.