© 2009 Roel K Vos

Woensdag 4 febr. 2009 (aan boord van de RMS St. Helena, op de Atlantische Oceaan)

Rustige zee, heerlijk weer op het achterdek. Ik denk zo’n 20 graden met een beetje zeewind. Geen idee waar we zijn, nog steeds geen enkel ander schip. Net als gisteravond een eindeloze zee, nu niet meer donker, maar mooi blauw.

Het winkeltje is open, ik doorloop de Engelstalige boeken. De meeste heb ik al, ik zie dus oude bekenden. Maar er zijn er toch twee nieuw voor mij, ik neem ze meteen mee met twee dvd’s en wat kaarten.

Zo, nu eerst koffie en dan lezen! Pas op vrijdagochtend 6 februari komen we aan. We moeten dus nu halverwege zijn, 2100 km in een rechte lijn!

Om 12.00u. zien we kleine vliegende vissen.

Ik heb natuurlijk de nodige naslagwerken over Napoleon meegenomen. Mijn keuze viel op de tweedelige ‘Sainte-Hélène’ van Octave Aubry (1936). Zie mijn vertaling ervan op www.roelkvos.nl/aubry . Deze beschrijft heel beeldend en goed gedocumenteerd over reis en verblijf van Napoleon op Sint-Helena. Daarnaast lees ik een geheel ander boek, ‘Het laatste eiland van de Keizer’ van Julia Blackburn (1991). Beide schrijvers hebben één kenmerk gemeen: ze zijn beiden wat langduriger op Sint-Helena geweest, Aubry ter gelegenheid van de opening van Longwood als museum in 1935, Blackburn in 1990, omdat het haar boeide. Aubry geeft ook een uitgebreide beschrijving van de tuin, ik zal dat ter plekke lezen. Aubry woonde twee maanden op Longwood, Blackburn was een maand op het eiland. (ik slechts acht dagen!)

Omdat de heenreis zolang duurt (ongeveer 25 km per uur) heb ik in beide boeken de heenreis van Napoleon al gelezen. Ik lees nu de eerste gebeurtenissen, zoals het wonen van Napoleon op de Briars de eerste 7 weken van zijn verblijf op Sint-Helena.