De voorkant van ons schip kunnen we niet betreden: er staan ongeveer 15 containers
op. Je kunt er vanuit de lounge, waar ik nu zit, niet overheen kijken. Wat zit erin?
Geen idee, maar het zijn zeker noodzakelijke spullen voor Sint-Helena vanuit Kaapstad.
Deze containers stonden al op het schip, toen wij in Walvis Bay aan boord gingen,
er zijn er daar geen meer bij gekomen.
Julia Blackburn verbleef in 1990 vier weken op Sint-Helena. Zij nam de RMS vanuit
Engeland, een tocht van zestien dagen. Ze schrijft o.a. over de vierpersoonshut (C-deck
dus) en over het kleine zwembad aan boord. Daar zit ik nu vlak naast!
Zijn acht dagen genoeg om zes jaar te begrijpen? Ik heb me goed voorbereid, heb erg
veel gelezen en vertaald op internet gezet. Maar: nu ik langzaam richting Sint-Helena
vaar, realiseer ik me plotseling dat Las Cases dezelfde route per zeilschip heeft
afgelegd. Hij ging, na zijn verwijdering in november 1816 naar Kaapstad, bleef daar
verplicht een half jaar, ging toen langs Sint-Helena naar Engeland. Dit was een verplichte
route, want op deze manier kon de gouverneur eerst een bericht naar Engeland sturen,
pas veel later kwamen dan de betrokkenen aan. Ook de andere ‘verwijderden’ (vier
bedienden van Napoleon) werden gedwongen deze route te nemen. Vooral het weer terug
komen op Sint-Helena, in de baai van James Town liggen te dobberen, geen enkel contact
mogen opnemen met de bewoners van Longwood, die heel goed wisten dat hun metgezellen
daar wachten tot ze verder gingen naar Engeland, lijkt mij bizar. Alleen Gourgaud,
die een positieve relatie opbouwde met de gouverneur Hudson Lowe, werd deze dubbele
en onnodige reis bespaard: hij mocht rechtstreeks naar Engeland in juni 1818. Op
hetzelfde schip vertrok ook de familie Balcombe, die in de Briars woonde.