NAPOLEON
reist door Holland
27 april tot 1 juni 1810
alle websites van Roel Vos
Op Maandag den 13e was de afreis van H.H. M.M. vroegtijdig bepaald, daar zij zich
over Rammekens naar Zuid-
In het gezelschap van H.H. M.M. bevonden
zich Jérôme Napoleon en zijne gemalin, twee hofdames, vier opperofficieren en een
mameluk, welk gevolg zich per sloep begaf naar den hoek van het eiland Zuid-
Het weer was vrij onstuimig en daar het
laag water was zoo moest de stoet met behulp van boeren over de slikken en greppels
geholpen worden.
Op de landingsplaats de Zuid-
In dezen polder hadden de Franschen, na de terugtocht der Engelschen naar
Walcheren in het vorige jaar zoo dikwijls doch vruchteloos getracht de vijandelijke
schepen uit het vaarwater het Sloe te verjagen. 1).
Napoleon verzuimde dan ook niet
deze plaats in oogenschouw te nemen. Zoodra hij aan wal was begaf hij zich langs
den zeedijk naar de aldaar gelegen met 10 stukken bewapende batterij No. I, stampvoetende
van toorn dat zijne reuzenkrachten door een zoo smal water gestuit waren.
Van deze
batterij begaf hij zich naar de nabij gelegen hofstede van Klaas Hondert, alwaar
zich ook het stedelijk Bestuur van Goes bevond en een gehoor verkreeg.