NAPOLEON gaat naar SINT -  HELENA



 Inleiding    Voorbereiding    Bronnen      

DONDERDAG 10 aug. (vrijdag)
Vaarweek 1

Gourgaud:

Bewolkte lucht. ’s Avonds tijdens een onweer verlaten wij Het kanaal. Zijne Majesteit verlaat zijn hut niet, hij laat mij roepen en zegt tegen mij dat hij zich zal laten gelden. “Arabië verwacht een veldheer; met de Franse reserves eb de Arabieren als vrijwilligers zou ik de heerser zijn geweest in de Oriënt. Ik voel me als de leeuw van Juda.”

Louis Garrot:
De reis gaat verder. Hij verschijnt aan dek tussen 14 en 15 uur. Speelt schaak met Montholon van 16 tot 18 uur.
‘Aan het diner eet hij met smaak. Zijn vork blijft onbenut, terwijl zijn vingers het werk doen’.
Hij gaat tenslotte aan dek



 

 

Aubry:
Gedurende de eerste avonden verdroeg hij nog de lange duur van de diners. Op de vierde dag (op 10 augustus) (1) staat hij voor het einde van de maaltijd op en gaat, gevolgd door Betrand en Las Cases wandelen op het dek. De admiraal is beledigd (2), des te meer omdat hij zichzelf zo vriendelijk vindt, omdat op zijn bevel ook de andere Engelsen aan tafel uitsluitend Frans spreken. Ook heeft hij zich ingespannen Napoleon spijzen voor te zetten, die hij lekker vindt. Geergerd valt hij tegen de Engelse tafelgenoten in de volgende woorden uit: “De generaal heeft waarschijnlijk Lord Chesterfield niet gelezen?” (3). Waarop Mme Bertrand, roodwordend van woede, hem snel terecht wijst: “Vergeet u niet heer admiraal, dat u met de man te doen heeft, die heer van de wereld was en dat koningen vochten om de eer aan zijn tafel toegelaten te worden.” Cockburn bezint zich: “Verdomme, dat is waar,” zegt hij. Hoezeer de Engelse zeeman ook tegen Napoleon vooringenomen is, het ontbreekt hem toch niet aan redelijkheid. En hij mag dan een ruwe klant zijn, hij wil de ongelukkige toch niet vernederen.

Aantekening:
1. Las Cases en Montholon zeggen dat deze scene zich afspeelt op de eerste avond (7 augustus). Het dagboek van de admiraal, dat niet op effectbejag uit is en over het algemeen een betrouwbaar verslag is, betrapt ze hier op een leugen. Op de 8e, de 11e en de 12e nam Napoleon niet deel aan de gemeenschappelijke maaltijden, omdat hij zeeziek was.
2.
“Het is duidelijk,” schrijft de admiraal, “dat hij nog steeds de monarch wil spelen, maar dat zal ik niet toelaten.”
3. Daarmee beschuldigt hij de keizer van een grote onbeleefdheid


Vanaf nu worden die langdurige maaltijden, die de keizer vermoeien, bekort. Hij (Cockburn)laat hem de koffie serveren als de anderen nog met het vlees bezig zijn. En als de keizer de tafel eerder verlaat, staat hij op en blijft staan tot zijn gast de deur uit is (1).
Tijdens het begin van de reis, als het met moeite samengestelde eskader door Het Kanaal de Atlantische Oceaan tracht te bereiken, is het stormachtig weer met een hoge zeegang. Net als het grootste deel van de Fransen lijdt Napoleon hieronder. Hij blijft voormiddags in zijn slaapkostuum in zijn hut, ontvangt O’Meara, laat een van zijn officieren, het liefst Las Cases, roepen, vraagt naar de laatste nieuwtjes aan boord, naar de geografische positie, of men andere schepen ziet, dan gaat hij in zijn enige leunstoel zitten en leest.
Tegen drie uur kleedt hij zich aan en gaat naar de salon, waar hij met Gourgaud, Bertrand of Montholon net zolang schaakt, totdat de admiraal binnenkomt en hem meldt dat het diner klaar is (2).

Aantekening:
1. Las Cases: “De deur was vierkant” , vertelt Ali, “in het midden van de salon zaten de keizer en de admiraal. Deze zat rechts van de keizer, links zat Mme Bertrand. Links naast de admiraal volgde Mme Montholon. Verder waren bij het diner aanwezig: kapitein Ross, kolonel Bingham, Mr. Glover, dr. O”Meara en dr. Warden, de scheepsarts, de klerk Rennell, daarnaast dagelijks een officier van het 53e regiment, een marine-officier of een midshipsman. “De voeding” , schrijft Mme de Montholon, “was goed en ruim voldoende.” Het diner begon om vijf uur ’s middags.
2. De Northumberland, een schip met 74 kanonnen, voert de admiraalsvlag. Daarachter volgen, vaak door de wind uit elkaar gedreven, het fregat Havannah, kapitein Hamilton; de transportschepen Ceylon en Bukephalus met het 53e regiment aan boord; de brikken Zenobie, Zephyr, redpole, Ikarus, Ferret en twee transportschepen ten behoeve van de proviand (Lowe Papers) . De Peruvian was naar Guernsey gestuurd om daar Franse wijn te halen. Hij moest zich bij Madeira bij het eskader voegen.
3. Zowel Bingham als Glove vermelden, dat hij met veel trek at, weinig groente nam en liever met de handen dan met de vork at. Hij dronk uit een beker Bordeauxwijn met water aangelengd.