NAPOLEON gaat naar SINT - HELENA |
VRIJDAG 11 aug. (zaterdag)
Vaarweek 1
Aubry:
Hij verlaat zijn hut niet.
Tijdens het eten geeft hij zijn richting aan de gesprekken. Als hij zich tot
een officier richt die geen Frans spreekt, zoals Ross, dient Las Cases als
tolk. Het meest onderhoudt hij zich met de admiraal. Ze praten dan tamelijk
luid, hoofzakelijk over marine vraagstukken, hoewel het ook vaak voorkomt,
dat hij over zijn veldtochten vertelt. Maar omdat hij toch vooral in het
heden belang stelt, maakt hij vergelijkingen tussen de Engelse en de Franse
marine, wijst op zijn inspanningen die laatste weer tot bloei te brengen,
roemt de door hem ondernomen arbeid ter verdediging van de kusten, herinnert
aan zijn grootse zeeproject. Het Verdrag van Parijs, zo legt hij uit, had
zijn werk vernield: “Als Lodewijk de 18e de uitspraak dat hij
zijn kroon te danken heeft aan de prins-regent, werkelijk heeft gedaan, dan
zou dat de waarheid gemakkelijk verklaren: ik dank de heerschappij over de
zee aan de Graaf van Artois, die op aandringen van Talleyrand, zonder
noodzaak de opoffering van de mooiste eskaders, die Frankrijk ooit bezat,
heeft ondertekend.”
Vaak beperkt hij zich tot vragen over de route, die het schip neemt, over de
volksstammen in Afrika, over de handel van China en Indie.
Na het diner gaat het tot aan de schemering op het voordek op en af, meestal
begeleid door Las Cases en Bertrand, als de laatste tenminste niet bij zijn
vrouw blijft, die de zeereis bijzonder slecht verdraagt. Hij vertelt dan
ongedwongen over het begin van zijn leven, over zijn familie, over zijn
eerste successen. Ook over Waterloo spreekt hij. “Aah, kon ik nog eenmaal
vanaf het begin beginnen” , mompelt hij.
Bijna elke avond komt de admiraal er ook bij en de keizer eindigt zijn
dekwandeling in zijn gezelschap.
Plaats rond 12 uur:
48°41’ NB 8°58’ OL(Alle
metingen zijn om 12 uur ’s middags gedaan! rkv)