Voorspel

De West-Vlaamse familie Werbrouck, die teruggaat tot de veertiende eeuw, spelen vijf leden een prominente rol in Antwerpen. De meest tragische van hen is Jan Steven Werbrouck. Geboren te Antwerpen in 1750 heeft hij zoveel succes als lakenkoopman dat hij reeds in 1779 een adellijke titel verwerft. Na de Franse intocht van 24 juli 1794 wordt Jan Steven door de Antwerpenaars verkozen om hen in Parijs te gaan vertegenwoordigen. Hij raakt er bevriend met Napoleon Bonaparte, die hem op 29 januari 1801 benoemt tot maire. Het uit de Middeleeuwen stammende gebruik van het dubbele burgemeesterschap is daarmee voorgoed verleden tijd, en Jan Steven is de eerste burgemeester nieuwe stijl.
    Driemaal mag hij Napoleon persoonlijk ontvangen te Antwerpen. De eerste consul van Frankrijk blijft wekenlang in de Scheldestad en geeft er opdracht tot het graven van het Bonapartedok, het optrekken van een kaaimuur en het aanleggen van scheepstimmerwerven. Het strategisch gelegen Antwerpen is essentieel voor de verdediging van het keizerrijk tegen Engeland en Holland. De machtigste man ter wereld logeert tijdens zijn inspectiebezoeken bij Jan Steven Werbrouck en bij zijn broer, de bankier Nikolaas. Als officieel vertegenwoordiger van Antwerpen mag burgemeester Werbrouck zelfs aanwezig zijn bij de kroning van Napoleon tot keizer in Parijs op 2 december 1804.
    De kansen keren in september 1811 als politiecommissaris Bellemare Werbrouck beschuldigt van medeplichtigheid bij een fraude van 300.000 frank, in die tijd een enorm bedrag. Napoleon gelooft de beschuldiging - die waarschijnlijk vals is en stoelt op een ruzie tussen mevrouw Werbrouck en mevrouw Bellemare - en laat Werbrouck afzetten en arresteren. Hij vervangt hem door Jan Baptist de Cornelissen. Als Werbrouck kort nadien door het assisenhof van Brussel wordt vrijgesproken, laat Napoleon hem opnieuw arresteren en opsluiten in de gevangenis van Douai, waar hij op 16 december 1813 overlijdt